‘Wat ben jij aan het doen?’ vraagt de man met de pijp, luisterend naar de naam Eduard.
‘Ik ben aan het zoeken.’ zegt Marjolein.
‘Naar wat, als ik vragen mag?’ Vraagt Eduard.
‘Je kunt beter vragen naar wie.’ Marjolein schuift kasten van zijn plaats, opent laatjes, voelt tussen de kussens van de bank.
‘Naar wie dan?’ vraagt Eduard.
‘Naar mezelf.’ zegt Marjolein.
‘Nou, dan kijk je toch gewoon in de spiegel zou ik zeggen?’ antwoordt Eduard.
Marjolein ploft neer op een grote doos die ze net weer ingeruimd heeft. ’Tja, als ‘t zo gemakkelijk zou zijn had ik ‘t natuurlijk allang gedaan. Ze blaast een lok uit haar gezicht. ‘Wat ik in die spiegel zie, dat ben ik niet. Dat is wie ik altijd dacht te moeten zijn. En die persoon bevalt met niet. Ik ben dus op zoek naar de blijere versie van mezelf.’
‘Zo, dat is nog al wat.’ Eduard kijkt om zich heen en stroopt zijn mouwen op. ‘Kan ik helpen?’ Vraagt hij.
‘Nee,’ zegt Marjolein. ‘dit moet ik helemaal alleen doen. Maar hartelijk dank voor het aanbod, dat wordt zeer gewaardeerd.’
‘Als je haar gevonden hebt, wil je haar dan aan me voorstellen?’ zegt Eduard. ‘Ze lijkt me een leuk persoon.’
‘Dat zal ik doen.’ zegt Marjolein. Ze springt op en gaat weer aan de slag.
Eduard wandelt naar buiten. Tevreden zuigt hij aan zijn pijp. ‘Dat gaat wel lukken, met Marjolein.’ mompelt hij in zichzelf. ‘ Degene die zij zoekt heb ik allang gezien.’
Geef een reactie