Feest, wat is dat eigenlijk? Het kringfeestje op een verjaardag, waarbij de gastvrouw met rode vlekken in haar hals rond rent om iedereen van hapjes en drankjes te voorzien? Het kerstfeest, waarbij je elk jaar naast ome Jan zit, die het alleen maar over zijn jicht en wintertenen heeft, en ook nog vreselijke scheten laat? Een groots opgezet dansfeest, waar je met honderden gelijk mee deint op de muziek terwijl ‘t zweet van je af gutst, en het zo’n herrie is dat je elkaar met schreeuwen nog niet verstaat? Carnaval, en dan verkleed in de meest lelijke kleurencombinatie, rood-geel-groen, op elkaar gepropt in een café, mee zingen met muziek die nog erger is dan de kleurencombinatie (sorry Limburgers)?
Misschien heb ik het fenomeen feest niet zo goed begrepen, maar voor mij zit feest in de kleine dingen.
De eerste sneeuw aan het begin van de winter, die alles sprookjesachtig wit, en muisstil maakt. Wilde klaprozen langs de kant van de weg in de lente. Een regenboog, na een woeste onweersbui. Wekelijks tekenen bij mijn liefste vriendin, wat niet kan omdat ze er niet meer is, maar waar ik nog steeds met een blij gevoel aan terug denk. Bij een andere lieve vriendin op de bank met een grote pot thee en koekjes, úren over het leven praten. Mijn stralende kleindochter, die me met haar schaterlach zelfs uit de ergste depressie kan trekken, al is het maar voor even. Hulp uit onverwachte hoek, als ik er even niet uit kom. Een compliment, waar mijn hart dan een sprongetje van maakt. De geur van pas gemaaid gras. Samen cappuccino drinken met de zaterdagkrant in een cafétje. Even lachen met een collega. Een appje van een vriendin, dat ze het zo gezellig heeft gevonden dat ik er was. Keihard meezingen met mijn op dat moment favoriete nummer, en dan 10x achter elkaar. En zo kan ik nog wel even door gaan. Kleine, waardevolle dingen dus, die een gewone dag tot een feestje kunnen maken.
Wat ik geen feest vind, zijn de termen ‘sociale afstand’, ‘het nieuwe normaal’ en ‘anderhalve meter samenleving’. Als iemand die gebruikt verword ik binnen een splitsecond tot een recalcitrante puber die boos is omdat haar moeder naar links kijkt in plaats van naar rechts. De situatie waar wij nu in zitten word NOOIT * het nieuwe normaal!!! Wij zijn kuddedieren. We kunnen niet zonder elkaar, en niet zonder fysiek contact. Een hand op je schouder, een knuffel geven aan een collega die ’t moeilijk heeft. Even naar je dementerende oma die toch al niets meer van het leven begrijpt en nu huilend de i-pad begint te kussen bij een poging tot skypen. Niet uit elkaar deinzen als je elkaar moet passeren op een pad in het park. Niet de spooksteden die ontstaan als alle kleine horeca en iedere kleine winkel de anderhalve-meter-regel moet gaan toepassen, en dus failliet gaat. Niet voor altijd thuis werken, zonder het praatje bij de koffie met je collega.
Ik weet het, ’t zal wel nodig zijn, voorlopig dan, maar we zullen moeten aanvaarden dat er in de toekomst mensen dood zullen gaan aan corona, net als aan kanker, hart- en vaatziekten, een auto-ongeluk, of gewoon van ouderdom. Maar laat het niet aan eenzaamheid zijn, gezondheidskiller nummer één.
Dus feest, dat kan ik het leven op dit moment niet noemen. Ik ga straks maar eens naar mijn kleindochter, want ik kan haar schaterlach wel even gebruiken!
Geef een reactie