Daar staat ze. De strandhuisjes, keurig in de rij, als soldaten bij het ochtendappel, achter haar. Voor haar loopt een oneindige stroom mensen langs. Sommigen met een hond, anderen met zijn tweeën of in kleine groepjes, en allemaal gaan ze dezelfde kant op.
Ze staat daar maar, en heeft geen idee wat ze zal doen. Opgaan in de menigte, of juist de andere kant op? Het is geen gemakkelijke keuze. Ze is geen meeloper. Ze trekt graag haar eigen plan. Maar zet ze zich daardoor niet buiten de groep? Ze is anders, en dat voelt ze. Het geeft haar soms een heel eenzaam gevoel. Niet altijd hoor, want het is niet dat ze zich niet amuseert op haar eigen weg. Ze weet wat ze wil, doet wat ze wil, en is er goed in, dat ook. Maar toch. . .
’Loop je mee.’ roept één van de voorbijgangers. Ze schudt van nee en blijft op haar plek bij de strandhuisjes staan.
Het begint al een beetje te schemeren dus het wordt tijd om een keuze te maken. Ze kan hier immers niet eeuwig blijven staan.
Een oudere dame stopt vlak voor haar. ‘Moeilijk hè, keuzes maken?’
‘Nogal.’ antwoordt ze. ‘Ik zie er even geen gat meer in.’
‘Wat is het probleem?’ vraagt de dame.
‘Nou, ik wil er graag bij horen, maar wel mezelf blijven.’
‘Wat is er mis met samen en toch anders?’ De dame heeft lichtjes in haar ogen, die haar een vrolijke uitstraling geven.
‘Ik weet ’t niet,’ zegt ze. ‘Ik ben bang dat men vindt dat ik me moet aanpassen als ik mee wil.’
‘En ik denk dat een beetje diversiteit in de meute alleen maar goed is.’
‘Daar hebt U een punt.’ zegt ze. ‘En, wat is de definitie van normaal? Is het goed als ik een eindje met u mee loop?’
‘Ik dacht al dat je het nooit zou vragen!’ lacht de dame haar toe. Mijn naam is Saar.’ zegt ze stralend en steek haar hand uit. ‘Zullen we dan maar snel vertrekken? Het ziet er naar uit dat het zo gaat regenen.’
Geef een reactie